CHRONOLOGIE

 

CHRONOLOGIE

 

1759 Geb. van Andries over de Linden (1759-1820), grootvader van Cornelis over de Linden, vader van Jan en Aafje over de Linden. Hij zou reeds in het bezit van het OLB geweest zijn.

1787 06 20 Geb. van Jan over de Linden (1787-1835), vader van Cornelis over de Linden, zoon van Andries over de Linden.

1789 10 23 Geb. van Joost Halbertsma (1789-1869) te Grouw. Hij huwde Johanna Iskjen Hoekema, van Workum, die hem vier zonen schonk.

1797 Geb. Eeltsje Halbertsma (1797-1858) te Grouw.

1798 Geb. Ernst Stardermann (1798-1867) te Ohrdruf (D), in welke plaats ook Johann Sebastian Bach een eeuw eerder een deel van zijn jeugd had doorgebracht.

1798 Geb. van Aafje Andries over de Linden, tante van Cornelis over de Linden. Zij zou het OLB voor Cornelis over de Linden bewaard hebben.

1800 08 Joost Halbertsma (11) wordt in Aug. 1800 ingeschreven als leerling van het stedelijk gymnasium te Leeuwarden.

1800 Joost Halbertsma (11) gaat ter kostschool bij Jhr. Waubert de Puiseau te Leeuwarden.

1803 Joost Halbertsma (14) ging na 3 jaar over tot de Rectorsschool, aan wier hoofd toen de voortreffelijke Valentinus Slothouwer stond, genoot zijn godsdienstige opleiding bij den humanen doopsgezinden leeraar Jan Brouwer, in wiens familiekring hij werd opgenomen.

1804 Geb. van J.G. Ottema (1804-1879)

1807 Joost Halbertsma (18) gaat naar de kweekschool der Doopsgezinden te Amsterdam, studeert daar theologie.

1811 Geb. van Cornelis over de Linden (1811-1874) te Den Helder, zoon van Jan over de Linden en kleinzoon van Andries over de Linden.

1813 Na voleindigde studie wordt Joost Halbertsma (24) predikant te Bolsward. Daar legde hij den grondslag voor zijn uitgebreide kennis der Noordsche talen en tongvallen en bestudeerde Gijsbert Japiks, tot wiens vereering hij den 7 Juli 1823 ‘het Gijsbertsbeeld’ mocht inwijden.

1820 04 15 Andries over de Linden (61), grootvader van Cornelis over de Linden (9), overlijdt te Enkhuizen. Het handschrift is niet in handen van diens zoon Jan over de Linden terecht gekomen, maar van dochter Aafje.

1822 Joost Halbertsma (33) wordt predikant te Deventer (1822).

1822 Joost Halbertsma, De Lapekoer fen Gabe Skroor.( Lappekorf van Gabe de snijder, rijmpjes en vertellingen), Dimter 1822, 1829 12o. Tredde Jefte 1834 gr. 12o. in het Hgd. en Nederd. overgezet. In de vorm van een almanak.

1822 Joost Hiddes Halbertsma (33), ‘Ontwikkeling der gronden van mijn gevoelen nopens een paar regels uit Giisbert Japiks.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822

1822. Joost Halbertsma (33), De lape koer fen Gabe Skroor. Met Eeltsje Hiddes Halbertsma. Dimter : Wid. J.H. de Lange in Soon.

1823 07 07 Onthulling van het borstbeeld van Gysbert Japicx in de Martinikerk van Bolsward. Joost Halbertsma houdt de feestrede. Dit feest was de vonk voor een nieuwe opleving van den frieschen geest en Halbertsma (34) kwam er door in aanraking met friesche edellieden, geleerden, historici en dichters, zooals Jhr. v. Humalda, Prof. E. Wassenbergh, Ds. R. Posthumus, J.C.P. Salverda, Mr. J.W. de Crane, H. Amersfoordt en ook met Bilderdijk, die eenige verzen van Gysbert Japiks voor hem in hollandsche dichtmaat overzette.

1823 Cornelis over de Linden (12) wordt leerling scheepsbouw.

1824 Joost Halbertsma (35), Hulde aan Gijsbert Japiks, 1e st. 1824, 2e st. 1827; het derde stuk is nooit verschenen.

1827. Joost Halbertsma (38), Hulde aan Gysbert Japiks bewezen, in de Sint Martini Kerk te Bolsward, op den 7 Julij 1823. Heruitgave van Gysbert Japicx (1603-1666). Bolsward : Hessing.

1828 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Aanmerkingen, rakende den door den heer J.H. Halbertsma (39) gemeengemaakten brief van Carolus Niëllius.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828 (1828)

1828 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Hulde aan Gysbert Japiks, door J. Hiddes Halbertsma (39). IIde Stuk.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828 (1828)

1828 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Hulde aan Gysbert Japiks, door J. Hiddes Halbertsm (39)a. IIde Stuk. Te Leeuwarden, bij H.C. Schetsberg. 1827. In gr. 8vo. XLIV en 408 bl. f 3-60.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828 (1828)

1829 07 14 Brief van Joost Halbertsma (30) aan John Bowring (1792-1872).

1829 Joost Halbertsma (30), Het geslacht der van Harens, Fragmenten. Dev. 1829.

1830 01 03 Brief van Joost Halbertsma aan E.C. Werlauff.

1830 Geb. van Eelco Verwijs (1830-1880). Naar afkomst was hij van vaderszijde voor de helft een Westfries en van moederszijde voor de helft een Fries.

1830-1833 Cornelis over de Linden (19) maakt als scheepstimmerman een reis mee naar Hongkong.

1831 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Het Geslacht der Van Harens. Fragmenten. Door J.H. Halbertsma (42). Te Deventer, bij J. de Lange. In gr. 8vo. f 3-80.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831 (1831)

1831 Mededeling van C. Wijs over Jan over de Linden. Jan over de Linden pocht over zijn zeer oude afkomst.

1831 Willem Bilderdijk (1756-1831) overlijdt.

1832 Hambacher Fest loopt uit op een demonstratie tegen de regering.

1832 Robert Chambers publiceert The Book of Days.

1833 Cornelis over de Linden (22) krijgt een aanstelling als scheepstimmerman eerste klasse aan ’s Rijks Marinewerf te Den Helder.

1833 Cornelis over de Linden (22) trouwt met weduwe May. Zij heeft vier kinderen uit haar eerste huwelijk.

1834. Joost Halbertsma (45), Friesche spelling en Proeve van vergelijking tusschen de boven ontworpene spelling en die van Gysbert Japicx.

1834-1838 Vier brieven van C.O. Castiglioni (1785-1849) aan Joost Halbertsma.

1835 06 23 Jan over de Linden (1787-1835) overlijdt aan boord van Z.M. Wachtschip ‘Euridice’.

1835 Geb. Francois Haverschmidt te Leeuwarden.

1835 Joost Halbertsma (46), De Sceerwinkel fen Joute-baes. Dimter. 1835. kl. 8o.

1835 Joost Hiddes Halbertsma (46), ‘Aan den redacteur der Vaderlandsche Letteroefeningen.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835 (1835)

1835 Joost Hiddes Halbertsma (46), ‘Mengelwerk.’, ‘De overblijfselen der Gothische taal, zoo verre zij tegenwoordig bekend zijn. Door J.H. Halbertsma,’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835 (1835)

1836 Joost Halbertsma (47) ‘Friesic, ancient and modern Friesic compared with Anglo-Saxon’. In: The Origin of the German and Scandinavian Languages and nations: with a sketch of their literature, and short specimens of the Anglo-Saxon, Friesic, Flemish, Dutch, the German from the Moeso-Goths to the present time, the Icelandic, Danish, Norwegian, and Swedisch: tracing the progress of these languages, and their connexion with the Anglo-Saxon and the present English. J. Bosworth (Londen, 1836), p. 35-81.

1836 06 17 Gerrit Jansen geboren.

1836 De Noärcher Ruen oan Gabe scroar. Ien Brief screaun yn de Moanne, foun in opbrocht troch syn Omke Dr. E.H. fen Grouwergea, mei kantteikeningen fen J.H.H. Dimter 1836 kl. 8o. en een Nederduitsch vers Vriesland.

1836 De Treemter (It Reventer) fen it Sint Anthoni Gasthuws to Ljouwert, of trye leugeners troch ien greate ljedgen forbellere, fen Dr. E. met kantteikeningen fen J.H. Dimter 1836. kl. 8o.

1837 03 17 Geb. Leendert Floris over de Linden (1837-1919) , tweede zoon van Cornelis over de Linden (27).

1837 Joost Halbertsma (48), Oan Eölus oer it Needwaer fen de 29ste Novimber 1836; ien Letter fen J.H.H. Dimter 1837, kl. 8o.

1837 Joost Halbertsma (48), Friesche Heiligen fen Dr. J.H.H., Dr. E.H. in keapman T.H. 1837.

1837 Willem Bilderdijk, ‘X.Aan Ds. Justus Hiddes Halbertsma (48),te Deventer.’ In: Brieven. Deel 5 (1837)

1838 06 06 Brief van Joost Halbertsma aan Jacob Grimm.

1838 12 09 Brief van A. Mai aan Joost Halbertsma (49).

1839-1840 Zes brieven van H. Biondelli aan Joost Halbertsma.

1840 Cornelis over de Linden (29) gaat Frans leren.

1840 Joost Halbertsma (51), Twîgen uwt ien alde stamme, uwtjown troch Dr. E. mei oanteikeningen fen Dr. J. Dimter 1840, 12o. in 't Nederd. overgezet door J.J.A. Gouverneur.

1840 Montanus de Haan Hettema, ‘Twigen uwt ien aldestamme wtjown, troch Dr. E. Halbertsma (51), mei oanteikeningen fen J.H. Halbertsma (51). Dimter, bij J. de Lange. 1840. kl. 8o. IV. en 108 bl.’ In: De Gids. Jaargang 1840 (1840)

1840, 1845 Joost Halbertsma, Letterkundige Naoogst. 2 stuk. Dev. 1840-1845, 12o.

1841 [tijdschrift] Gids, De, ‘Boekbeoordeelingen.’, ‘Letterkundige naoogst van J.H. Halbertsma (52), Ph. Th. Mag. et Lit. Hum. Doctor h.c. te Leiden, Lid van het Koninklijk Nederl. Instituut, de Koninkl. Societeit te Kopenhagen, het Genootschap voor Duitsche Taal- en Oudheidkennis te Berlijn, het Thuringsch-Saxisch Genootschap der Koninklijke Universiteit Halle-Wittenberg voor Vaderlandsche Oudheden, de Leidsche Maatschappij, het Genootschap te Utrecht, Buitengewoon Lid van 't Friesch genootschap, Correspondent der Maatschappij van Weldadigheid, enz. Deventer, J. de Lange. 1840. XXIV en 299 bl. kl. 8o.’ In: De Gids. Jaargang 1841 (1841)

1841 [tijdschrift] Gids, De, ‘Boekbeoordeelingen.’, ‘Letterkundige naoogst van J.H. Halbertsma, Ph. Th. Mag. et Lit. Hum. Doctor h.c. te Leiden, Lid van het Koninklijk Nederl. Instituut, de Koninkl. Societeit te Kopenhagen, het Genootschap voor Duitsche Taal- en Oudheidkennis te Berlijn, het Thuringsch-Saxisch Genootschap der Koninklijke Universiteit Halle-Wittenberg voor Vaderlandsche Oudheden, de Leidsche Maatschappij, het Genootschap te Utrecht, Buitengewoon Lid van 't Friesch genootschap, Correspondent der Maatschappij van Weldadigheid, enz. Deventer, J. de Lange. 1840. XXIV en 299 bl. kl. 8o.’ In: De Gids. Jaargang 1841 (1841)

1841 [tijdschrift] Gids, De, ‘Boekbeoordeelingen.’, ‘Letterkundige naoogst van J.H. Halbertsma, Ph. Th. Mag. et Lit. Hum. Doctor h.c. te Leiden, Lid van het Koninklijk Nederl. Instituut, de Koninkl. Societeit te Kopenhagen, het Genootschap voor Duitsche Taal- en Oudheidkennis te Berlijn, het Thuringsch-Saxisch Genootschap der Koninklijke Universiteit Halle-Wittenberg voor Vaderlandsche Oudheden, de Leidsche Maatschappij, het Genootschap te Utrecht, Buitengewoon Lid van 't Friesch genootschap, Correspondent der Maatschappij van Weldadigheid, enz. Deventer, J. de Lange. 1840. XXIV en 299 bl. kl. 8o.’ In: De Gids. Jaargang 1841 (1841)

1841 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Letterkundige Naoogst van J.H. Halbertsma. Te Deventer, bij J. de Lange. 1840. In kl. 8vo. XXIV en 298 bl. f 3 - :’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841 (1841)

1841 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Twijgen, uit een ouden stam opgeschoten. Door Dr. E. Halbertsma, met Aanteekeningen van Dr. J.H. Halbertsma.’, ‘Uit het Friesch vertaald door J.J.A. Goeverneur. Te Deventer, bij J. de Lange. 1841. In kl. 8vo. 113 bl. f : - 90.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841 (1841)

1841 10 Brief van Joost Halbertsma aan F.H. von der Hagen.

1841 Wopke Eekhoff, ‘Twijgen, uit een ouden stam opgeschoten. Door Dr. E. Halbertsma, met aanteekeningen van Dr. J.H. Halbertsma. Uit het Friesch vertaald door J.J.A. Goeverneur. Te Deventer, bij J. de Lange. 1841. 113 blz.’ In: De Gids. Jaargang 1841 (1841)

1843 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Boekbeschouwing.’, ‘De Doopsgezinden en hunne herkomst. Eene ruwe schets van J.H. Halbertsma, benevens eene Lijkrede op Prof. P.O.C. Vorsselman de Heer, en eenige Kerkredenen van denzelfden Schrijver.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843 (1843)

1843 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Boekbeschouwing.’, ‘De Doopsgezinden en hunne herkomst. Eene ruwe schets van J.H. Halbertsma, benevens eene Lijkrede op Prof. P.O.C. Vorsselman de Heer, en eenige Kerkredenen van denzelfden Schrijver. Te Deventer, bij J. de Lange. 1843. In gr. 8vo. 409 bl. f 3-60.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843 (1843)

1843 Ernest Staderman vestigt zich met zijn gezin in Den Helder, waar hij vanaf 1845 te werk wordt gesteld bij de Marine en bevriend raakt met Cornelis over de Linden.

1843 Het Buddhisme en zijn stichter. Deventer, 1843. (Ook uitgegeven in Overijsselsche Almanak (1842), p. 192-263, onder de titel ‘Shákya Sinha’).

1843 Joost Hiddes Halbertsma (54), ‘Brief aan den WelEdelen Heere Willem de Clercq,lid van het Koninkl. Nederl. Instituut.’ In: De Gids. Jaargang 1843 (1843)

1843. Joost Halbertsma (54), De Doopsgezinden en hunne herkomst : eene ruwe schets. Benevens Eene lijkrede op prof. P. O. C. Vorsselman de Heer, en eenige Kerkredenen. Dimter [Deventer] : de Lange, , 8o.

1843. Joost Halbertsma (54), Het Buddhisme en zijn stichter. Overdr. uit: Overijsselsch Almanak, 1843.

1844 [tijdschrift] Gids, De, ‘Geschiedkundig onderzoek naar den Waldenzischen oorsprong van de Nederlandsche Doopsgezinden, door S. Blaupot ten Cate. Amsterdam, Fr. Muller. 1844. 146 bl. 8o. Gedachten over de getals-vermindering bij de Doopsgezinden in Nederland; naar aanleiding der Schets van den Heer J.H. Halbertsma: over de Herkomst der Doopsgezinden, medegedeeld door S. Blaupot ten Cate. Amsterdam, Fr. Muller. 1844. 38 bl. 8o.’ In: De Gids. Jaargang 1844 (1844)

1844 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Gedachten over de Getalsvermindering van de Doopsgezinden in Nederland, naar aanleiding der Schets van den Heer J.H. Halbertsma over de Herkomst der Doopsgezinden, medegedeeld door S. Blaupot ten Cate. Te Amsterdam, bij F. Muller. 1844. In gr. 8vo. 38 bl. f : - 40.Geschiedkundig Onderzoek van den Waldenzischen oorsprong van de Nederlandsche Doopsgezinden. Door S. Blaupot ten Cate. Te Amsterdam, bij F. Muller. 1844. In gr. 8vo. XII en 146 bl. f 1-60.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1844 (1844)

1844 Samuel Muller, ‘Boekbeschouwing.’, ‘De Doopsgezinden en hunne herkomst. Eene ruwe schets van J.H. Halbertsma, benevens eene Lijkrede op Prof. P.O.C. Vorsselman de Heer, en eenige Kerkredenen van denzelfden Schrijver.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1844 (1844)

1844 Samuel Muller, ‘Boekbeschouwing.’, ‘De Doopsgezinden en hunne herkomst. Eene ruwe schets van J.H. Halbertsma, benevens eene Lijkrede op Prof. P.O.C. Vorsselman de Heer, en eenige Kerkredenen van denzelfden Schrijver.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1844 (1844)

1845 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘Twee Brieven ter toelichting en toetsing der Schets van J.H. Halbertsma, ‘De Doopsgezinden en hunne herkomst,’ door J. Boeke en A.M. Cramer, Leeraren bij de Doopsgezinde Gemeenten te Amsterdam en Middelburg. Te Amsterdam, bij J.D. Sijbrandi. In gr. 8vo. 82 bl. f :-85.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845 (1845)

1845 De heer Munnik verklaart dat Cornelis over de Linden het oude manuscript van het OLB kende.

1845 Ernest Stadermann in dienst van ’s Rijks Marinewerf te Den Helder

1845 Overlijden van Hendrik Reuvers, eerste echtgenoot van Aafje over de Linden (-1849). Ze hertrouwde met Koops Meijlhoff.

1846, Joost Halbertsma (57), ‘De tongvallen in Nederland’. In: Overijsselsche Almanak (1846), p. 49-104 (ook los uitgegeven).

1846-1851 Francois Haverschmidt (11) bezoekt het gymnasium te Leeuwarden.

1848 08 Tante Aafje Meylhoff –Over de Linden te Enkhuizen, dochter van Andries over de Linden en zuster van Jan over de Linden, geeft een stapeltje boeken aan Cornelis over de Linden (37). Eerst 19 jaar later doet Cornelis over de Linden (37) verwoede pogingen om het vertaald te krijgen. Aafje over de Linden was eerder getrouwd met Hendrik Reuvers (-1845).

1848 Cornelis over de Linden wordt opzichter bij de zaagmolen.

1849 02 04 Overlijden van tante Aafje Meylhoff-Over de Linden, tante van Cornelis over de Linden, die het OLB in bewaring zou hebben gehad.

1849 Joost Halbertsma (60), Letterkundige naoogst (1840-1845). Deventer : J. de Lange.

1850 Joost Halbertsma (61) sluit zijn verzameling brieven van geleerden af.

1851 Francois Haverschmidt (16) legt te Delft het staatsexamen af.

1851. Joost Halbertsma (62), Aanteekeningen op het vierde deel van den Spiegel Historiael van Jacop van Maerlant. Kon. Ned. Instituut van Wetenschappen. Dev. 1851.

1852 09 Francois Haverschmidt (17) gaat in Leiden theologie studeren. Hij woont op de Hoogewoerd bij bidder van Ewijk.

1852 12 12 Overlijden van Tjalling Hiddes Halbertsma (1792-1852).

1852 Bekend was Haverschmidt (17) door zijn voordrachten. Als gymnasiast hield hij redevoeringen in het gezelschap Minerva nos jungit, te Leiden in de studentenvereenigingen en in het genootschap Frisia, dat, opgericht in 1833, in 1852 door hem nieuw leven kreeg, te Schiedam in de vereeniging Paulus, in 1865 door hem gesticht. Ook vervulde hij dikwijls spreekbeurten op andere plaatsen. Over zijn buitengewone kunst van voordragen schrijft de Vries in Eigen Haard (1894).

1852 Cornelis over de Linden (41) wordt na verschillende rangen doorlopen te hebben bevorderd tot tweede meesterknecht aan ’s Rijks Marinewerf te Den Helder.

1853 Geb. van Hein Kofman (1853-1933), zoon van Cornelia Reuvens, dochter van Hendrik Reuvens, echtgenoot van Aafje over de Linden.

1853 Volgens de heer Berk was het OLB reeds in 1853 in het bezit van Cornelis over de Linden.

1854 12 23 Gesprek van adelborst W.M. Visser met Cornelis over de Linden (zie brief d.d. 22 mei 1895).

1854 Eelco Verwijs (24) verblijft nauwelijks meer te Leiden.

1854 J.A. Alberdingk Thijm, ‘Geschiedbeoefening.’ In: De Gids. Jaargang 1854 (1854)

1854 Joost Halbertsma, Leed in Wille fen E.H. in de Flotgaerzen fen J.H.H. Dimter 1854, gr. 12o.

1854-1857 Ontdekking van Zwitserse paalwoningen door dr. Keller.

1855 06 24 Brief van Eelco Verwijs (25) aan De Vries. Verwijs denkt op Germaanse Oudheidkunde te promoveren.

1855 J.A. Alberdingk Thijm en Joost Hiddes Halbertsma, ‘Hindeloper vrouwenkleeding,door Dr J.H. Halbertsma.’ In: Dietsche Warande. Jaargang 1 (1855)

1856 11 25 Brief van Eelco Verwijs (26) aan De Vries.

1856 Cornelis over de Linden (45) geeft een boekje uit, getiteld: Een nieuwe vorm voor een zeeschip. Hij heeft bovendien scheepsmodellen gemaakt, die op tentoonstelling bekroond worden.

1856 Cornelis over de Linden (45) nog geheel verdiept in de scheepsbouw. Opmerkelijk, want dat houdt in, dat hij het OLB, dat hij acht jaar eerder van zijn tante Aafje kreeg, heeft laten rusten en daarna nog eens tien jaar tot de dood van Ernest Stadermann in 1866. Vervolgens dringt hij bij Eelco Verwijs zeer aan op een vertaling. Kon hij pas na 19 jaar zijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen of heeft hij het boek pas in 1866 na de dood van Stadermann in handen gekregen ?

1856 J.A. Alberdingk Thijm en Joost Hiddes Halbertsma, ‘Mengelingen.Berichten, wenken, vragen, briefwisseling: ernst en scherts.’ In: Dietsche Warande. Jaargang 2 (1856)

1856 Jan Jacob de Gelder, Joost Hiddes Halbertsma en E.J. Potgieter, ‘Bibliographisch album.’ In: De Gids. Jaargang 1856 (1856)

1856 Joost Halbertsma bemiddelt bij een sollicitatie van Eelco Verwijs (26) voor een post op het Gymnasium van Sneek bij Tjalling Halbertsma.

1856 Joost Halbertsma met emeritaat.

1856 Op aandringen van zijn vriend van der Kaay liet Haverschmidt een viertal in den Studentenalmanak van 1856 plaatsen. Hij schreef ze aan een gefingeerd dichter toe, dien hij Piet Paaltjens noemde en van wien hij ook een levensbeschrijving gaf. Deze naam was door iemand bedacht, dien hij met zijn vroolijke vrienden op een uitstapje naar Haarlem had ontmoet en die zich op Haverschmidt's vraag naar zijn naam zoo had genoemd.

1857 04 15 Brief van Joost Halbertsma aan F. Madden.

1857 Binnert Halbertsma, marine-officier, zoon van Joost Halbertsma keert na enige Indische jaren in Nederland terug.

1857 Cornelis over de Linden (46) wordt bevorderd tot eerste meesterknecht bij de Marine in Den Helder.

1857 Haverschmidt (22) teekende uitmuntend; eenige teekeningen zijn opgenomen in den Leidschen Studentenalmanak van 1857 en in het werk van Dyserinck.

1857-1859 Ook in den Almanak van 1857 en van 1859 verschenen eenige gedichten van Francois Haverschidt (22) onder ps. Piet Paaltjens.

1857-1860 Binnert Halbertsma wordt op de opleidingsbrik De Zeehond geplaatst.

1858 03 22 Overlijden van Eeltsje Halbertsma (1797-1858) (61).

1858 07 05 Francois Haverschmidt (23) vertrekt uit Leiden. De overgang van Leiden, waar hij het gezellige studentenleven in al zijn vroolijkheid meemaakte en trouwe vrienden vond (o.a. in van der Kaay, Henny, van Wessem, Verwijs, Hoek, Levyssohn Norman), naar het stille Foudgum viel hem zwaar.

1858 10 07 Francois Haverschmidt (23) doet zijn proponent examen.

1858 Eelco Verwijs wordt benoemd tot lid van het Fries Genootschap.

1858 Joost Halbertsma, Het Evangelie van Mattheus vertaald in het Landfriesch. London 1858, kl. 4o. Dit is bewerkt op verzoek van Prins Louis Lucien Bonaparte, die 250 ex. op zijne kosten liet drukken en enkel als present-ex. deed uitreiken, waarvan de schrijver 50 tot zijn beschikking kreeg.

1858 Voordracht van Eelco Verwijs voor het Fries Genootschap over het St. Nicolaasfeest, waaruit zijn bekende studie Sinterklaas is voortgekomen.

1858-1862 Eelco Verwijs (28) wordt leraar te Franeker.

1858-1868 Eelco Verwijs (28) brengt tien van zijn beste jaren in Friesland door.

1859 07 03-1861 Francois Haverschmidt (24) wordt te Foudgum en Raard tot predikant beroepen.

1861 09 Aemilia Wiskje Fontein, verloofde van Eelco Verwijs (31), overlijdt.

1861 Eelco Verwijs (31) verloofd met Aemilia Wiskje Fontein uit Franeker.

1861 Joost Hiddes Halbertsma, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1861 (1861)

1862 [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen, ‘De lappekorf van Gabe-Snijër, enz. Schetsen en teekeningen van het Friesche volks- en dorpsleven, door Dr. E. en J.H. Halbertsma. Uit het Friesch, door J.J.A. Goeverneur. Twee deelen. Deventer, bij J. de Lange, 1860.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1862 (1862)

1862 05 Eelco Verwijs (32) wordt archivaris-bibliothecaris van Friesland in Leeuwarden.

1862 Eelco Verwijs (32) huisvriend van Joost Halbertsma (73).

1862 Van Vloten neemt enkele gedichten van Haverschmidt (27) op zijn Nederlandsch Dicht en Ondicht.

1862-1864 Francois Haverschmidt (27) wordt predikant in Den Helder. Toen hij pas eenige maanden in den Helder was, wilde hij in een aanval van zwaarmoedigheid zijn ontslag nemen, welk voornemen door tusschenkomst van goede vrienden verijdeld werd.

1862-1868 Eelco Verwijs archivaris-bibliothecaris van Friesland, tevens schoolopziener, in welke hoedanigheid hij contact heeft met schoolhoofd Jansen in Harlingen.

1863 08 06 Francois Haverschmidt (28) trouwt met Jacoba Johanna Maria Osti (-1891). Het paar krijgt drie kinderen.

1864 01 21 Eelco Verwijs (34) treedt in het huwelijk met Jetje Telting, dochter van Mr. A. Telting te Franeker.

1864-1867 Overdracht van de bibliotheek van Joost Halbertsma aan de provincie Friesland.

1864-1894 Francois Haverschmidt (34) wordt predikant te Schiedam.

1865 01 25 Brief van Eelco Verwijs (35) aan De Vries ‘Het is hier (Leeuwarden) maar doodsch en saai’.

1865 Johan Winkler vestigt zich in Leeuwarden.

1866 Overlijden van Ernest Stadermann (46)

1867 [tijdschrift] Taalgids, De, De Taalgids. Jaargang 9 (1867)

1867 [tijdschrift] Taalgids, De, De Taalgids. Jaargang 9 (1867)

1867 06 28 Brief van Eelco Verwijs (37) aan J.F.J Jansen naar aanleiding van toezending van facsimile’s van het OLB.

1867 09 01 bij uiterste wilsbeschikking van 1 Sept. 1867 legateerde Joost Halbertsma aan de Provinciale Bibliotheek van Friesland het overige gedeelte van zijn verzameling boeken en manuscripten, waaronder zijn schat van bouwstoffen voor het Friesch woordenboek, dat hij voor eigen rekening had laten drukken.

1867 10 07 Brief van Cornelis over de Linden (56) aan Eelco Verwijs (37).

1867 10 07 Cornelis Over de Linden (56) richt zich tot Eelco Verwijs (37).

1867 10 12 Brief van Eelco Verwijs (37) aan Cornelis over de Linden (56).

1867 10 13 Brief van Eelco Verwijs (37) aan Cornelis over de Linden (56). Verwijs doet het voorstel om het OLB met vertaling te publiceren.

1867 10 13 Eelco Verwijs heeft de volgende projecten onder zijn berusting: Zoo berust thans bij mij een zeer mooi pergamenten handschrift van een oud/hollandschen roman± die Rose, dat eerstdaags het licht zal zien. Verder eenige portefeuilles met oude rekeningen der graven van Holland van 1400, mede op pergament, en waarvan een deel door mij wordt uitgegeven. Het eene handschrift is het eigendom der Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam, het andere van het Rijks-Archief te ´s-Gravenhage.] Vermeld in de brief aan Cornelis over de Linden (56) van die datum.

1867 10 13 Eelco Verwijs (37) konindigt klein verslag in den Nederlandschen Spectator aan. Vermeld in de brief aan Cornelis over de Linden (56) van die datum.

1867 10 15 Brief van Cornelis over de Linden (56) aan Eelco Verwijs (37) .

1867 10 16 Brief van Eelco Verwijs (37) aan Cornelis over de Linden (56).

1867 10 18 Brief van Cornelis over de Linden (56) aan Eelco Verwijs (37). Over de Linden over onbetrouwbare postbezorger.

1867 10 19 Brief van Eelco Verwijs (37) aan Cornelis over de Linden (56). ’t Is zeker een meermalen overgeschreven handschrift van een Uwer voorvaderen.

1867 10 21 Brief van Cornelis (56) over de Linden aan Eelco Verwijs (37) .

1867 10 24 Brief van Eelco Verwijs (37) aan Cornelis over de Linden (56). Verwijs (37) stelt een persoonlijke kennismaking voor en wil dat combineren met een bezoek aan een kennis op het ramtorenschip Prins Hendrik.

1867 10 24 Eelco Verwijs (37) kondigt zijn bezoek aan Cornelis over de Linden (56) aan.

1867 11 07 Brief van Cornelis over de Linden (56) aan Eelco Verwijs (37). Ramtorenschip Prins Hendrik vertrekt op 9 november a.s.

1867 11 18 Brief van Cornelis over de Linden (56) aan Eelco Verwijs . (37) Doet een ander voorstel.

1867 11 21 Eelco Verwijs (37) bezoekt Cornelis over de Linden (56) in Den Helder op doorreis naar Leiden.

1867 11 28 Vergadering van het Friesch Genootschap. Mondeling verslag van Eelco Verwijs . (37)

1867 12 03 Brief van Eelco Verwijs (37) aan De Vries.

1867 12 16 Brief van Eelco Verwijs (37) aan Cornelis over de Linden (56). Redde het bezoek niet en stelt 19 of 20 december voor.

1867 12 17 Archivaris Eelco Verwijs (37) doet verslag over het OLB en meldt dat het boek niet te koop is.

1867 12 17 Verslag van Eelco Verwijs (37) aan Gedeputeerde Staten van Friesland. Cornelis over de Linden (56) wenst het handschrift van Worp niet af te staan, zolang het OLB niet geheel vertaald is.

1867 ongedateerd Brief van Cornelis over de Linden (56) aan Eelco Verwijs . (37) Cornelis over de Linden wil het handschrift niet afstaan of verkopen.

1867 Ontdekking van het OLB door de heeren Jansen te Harlingen en dr. E. Verwijs (37).

1868 Eelco Verwijs (38) benoemd tot hoogleraar te Leiden.

1868 04 12 Brief van Eelco Verwijs(38) aan Cornelis over de Linden (57).

1868 04 15 Brief van Cornelis over de Linden aan Eelco Verwijs (38). Ontbreekt.

1868 05 Eelco Verwijs (38) verhuist naar Leiden, waar hij medewerker wordt aan het Woordenboek der Nederlandse taal en aan het Middel-Nederlandse Woordenboek.

1868 11 20 Brief van Cornelis over de Linden (57) aan Eelco Verwijs (38). Cornelis over de Linden doet het voorstel Eelco Verwijs (38) in Leiden te komen opzoeken.

1868 11 21 Brief van Eelco Verwijs (38) aan Cornelis over de Linden (57). Verwijs wil de draad weer oppakken, maar is daar niet aan toegekomen.

1868 Jacob van Lennep (1802-1868) overlijdt.

1868 Joost Halbertsma (79), Rimen ind Teltsjes fen de Broarren Halbertsma. Dimter 1868, kl. fol.

1869 02 04 Eelco Verwijs (39) stelt het Fries Genootschap voor om onder zijn toezicht een afschrift van het OLB te laten maken. Dat gebeurt door F. Goslings.

1869 02 27 Overlijden van Joost Hiddes Halbertsma (1789-1869) (80).

1869 03 05 In praetsje oer Domeny Joast van J.B. Schepers in Deventer Courant 5 Maart 1869

1869 05 17 Brief van Eelco Verwijs (39) aan Cornelis over de Linden (58).

1869 05 Eerste deel van de kopie van het OLB komt gereed.

1869 11 11 Brief van Eelco Verwijs (39) aan Cornelis over de Linden (58).

1869 11 11 Brief van Eelco Verwijs (39) aan Johan Winkler. Verzoek om de vertaling over te nemen.

1869 11 11 Eelco Verwijs (39) zendt de kopie van het OLB naar het Fries Genootschap.

1869 11 24 Jaarvergadering van het Fries Genootschap. Op voorstel van Eelco Verwijs wordt de kopie van het handschrift ter vertaling in handen gesteld van Johan Winkler.

1869 11 Kopie van F. Goslings nu geheel gereed.

1869 12 13 Brief van Eelco Verwijs aan Johan Winkler.

1869 E. Verwijs, Nekrologie van Joost Hiddes Halbertsma, in Ned. Spect. 1869. 97; Huberts enz. (W. Eekhoff, J.H., Zijn leven en geschr., Leeuw. 1869; ook in de Vrije Fries opgenomen.)

1870 04 24 Brief van Eelco Verwijs aan Cornelis over de Linden. Verwijs schrijft hem, dat hij de vertaling aan ‘iemand’ anders heeft overgedragen.

1870 04 24 Brief van Eelco Verwijs aan Johan Winkler. Dringt aan op spoed met de vertaling.

1870 04 28 Brief van Eelco Verwijs aan Cornelis over de Linden. Verwij verwijst hem naar Johan Winkler.

1870 04 28 Brief van Eelco Verwijs aan Johan Winkler. Noemt het OLB lapwerk van latere tijd.

1870 11 24 Johan Winkler brengt verslag uit in de vergadering van het Fries Genootschap en spreekt zich over de onechtheid van het OLB. Hij verklaart een vertaling niet de moeite waard te vinden.

1870 Eelco Verwijs draagt de vertaling van het OLB over aan Johan Winkler.

1870 12 22 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 22 december 1870

1870 12 25 Brief van Cornelis over de Linden aan J.G. Ottema d.d. 25 december 1870

1870 12 28 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 28 december 1870

1871 01 01 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 1 januari 1871

1871 01 28 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 28 januari 1871

1871 02 07 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 7 februari 1871

1871 03 10 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 10 maart 1871

1871 03 .. Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. .. maart 1871

1871 04 09 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 9 april 1871

1871 04 .. Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. .. april 1871

1871 04 13 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 13 april 1871

1871 05 06 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 6 mei 1871

1871 05 09 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 9 mei 1871

1871 05 15 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 15 mei 1871

1871 05 31 Brief van J.G. Ottema aan Cornelis over de Linden d.d. 31mei 1871

1871 09 05 Mr. De Haan Hettema doet verslag in de Leeuwarder Courant.

1871 Lezing van Dr. J.G. Ottema. Ottema verspreidt de tekst van het OLB.

1871 Na den dood van Simon Gorter in 1871 werd Francois Haverschmidt het hoofdredacteurschap van het Nieuws van den Dag aangeboden, eenigen tijd later noodigde de hoofdredacteur van het Handelsblad hem uit voor de redactie van de letterkundige afdeeling van deze courant; beide aanbiedingen wees hij van de hand.

1871, Joost Halbertsma, Rimen en teltsjes. Dimter [Deventer] : de Lange

1872 Arie de Jager, ‘Dr. J.H. Halbertsma en de Nederlandsche spelling.Door A. de Jager.’ In: De taal- en letterbode. Jaargang 3 (1872)

1872 Bij Eelco Verwijs (42) openbaren zich de eerste verschijnselen van de kwaal, die de oorzaak wordt van zijn vroegtijdige dood, op 50j. leeftijd.

1872 J.G. Ottema, Thet Oera Linda Bok, eerste uitgave. Dat het H.S. van 1256 bovendien geen origineel, maar eene kopie is, bewijzen zowel gedurige schrijffouten, als enkele ophelderingen van woorden, die in des afschrijvers tijd reeds verouderd en weinig meer bekend waren; enz.

1873 11 09 Dr. Anne Tjitjes Reitsma zegt, dat het OLB in het meest zuivere Oudfries is geschreven, ouder en zuiverder dan die van de Oudfriese wetten..

1873 J.G. Ottema Geschiedkundige Aantekeningen en Ophelderingen bij Thet Oera Linda Bok.

1874 A.J. Vitringa, Naar aanleiding van Thet Oera Linda Bok, Historische schetsen, met eenige in- en uitvallen. Deventer, J. de Lange, 1874. Herdrukt in 1973 door Uitg. Minerva.

1874 Cornelis over de Linden (64) (1811-1874) overlijdt. Boekverkoping van de collectie van Cornelis over de Linden. Overlijdensdatum ook 22 februari 1873.

1874 J.G. Ottema, De Koninklijke Akademie en het Oera Linda Bok.

1874 P.J. Cosijn en H. Kern, ‘Boekaankondiging.’ In: De taal- en letterbode. Jaargang 5 (1874)

1874 Verklaring van Prof. Vitringa in de Deventer Courant , dat wanneer het boek geen verdichting is, elke bladzijde hooger waarde heeft dan de geheele Ilias.

1875 08 27 Multatuli aan Dr. P.A. Tiele. Een ding is zeker: Ik ken niemant, die eem ;itterarischen vorm aan ‘t (Oera Linda) boek geven kon. ’t Is opmerkelijk, dat hierop door de aanvallers der echtheid zoo weinig gelet wordt.

1875 12 De heer Leendertsz versterkt met zijn uitspraken in de Navorscher het geloof in de echtheid van het OLB.

1875 Taalkundig congres in Maastricht.

1876 03 30 J. Beckering Vickers ontmaskert het OLB als vals in ‘De onechtheid van het Oera Linda-Bok.

1876 03 01 Verzegelde verklaring, dat het OLB in 1848-1850 bekend was in Den Helder. Getekend door L. van Berk, B. Uurbanus, A.J. Leger en F. Mooy.

1876 03 01 Brief van Berk aan J. Beckering Vinckers.

1876 03 24 Brief van Berk aan J. Beckering Vinckers met afschrift van een opstel voor Cornelis over de Linden III, machinistleerling te Hellevoetsluis

1876 05 Publicatie van J. Beckering Vinckers, De onechtheid van het Oera-Linda-boek aangetoond uit de wartaal waarin het is geschreven, Kampen 1876.

1876 06 17 Jules Andrieu in: The Academy, beschouwt het OLB niet als bedrog, maar als een middel om op bedekte wijze denkbeelden aan de man te brengen.

1876 06 27 Alexander Joh Ellis in The Academy reageert op Jules Andrieu.

1876 09 J.G. Ottema tweede uitgave

1876 Antje over de Linden, tante van Cornelis over de Linden, nog in leven, wist niet van het bestaan van het OLB.

1876 Een tweede werk van Haverschmidt (41): Familie en Kennissen (Schiedam 1876), bevat een aantal losse schetsen, die hij op verschillende plaatsen had voorgedragen. De meeste daarvan waren reeds vroeger in De liefde sticht en in andere tijdschriften verschenen. In latere drukken werden deze schetsen met enkele nieuwe vermeerderd, sommige daarvan waren vroeger in Goeverneur's Oude Huisvriend geplaatst. Niet opgenomen werd Louw de Lieger (1882). Acht van deze novellen zijn in het Zweedsch vertaald, Mijn broertje buitendien in het Fransch (1886) en in het Duitsch (1891). Een mooie karakteristiek, waarin ook de nadruk gelegd wordt op de verwantschap van Snikken en Grimlachjes met Familie en Kennissen geeft van Hamel in Los en vast, 1876. Ofschoon deze schetsen vooral op de voordracht berekend zijn, geven zij ook bij het lezen groot genot.

1876 In 1876 werden gedichten van Haverschmidt onder den titel Snikken en Grimlachjes te Schiedam uitgegeven, in 1908 verscheen de 9de druk.

1876 Onderzoek door de heer Knuivers te Enkhuizen. Tante Antje over de Linden (80) had niet van het OLB vernomen. Keetje Kofmans, dochter van Hendrik Reuvers en tante Aafje over de Linden had wel geweten van het handschrift.

1876 01 J. Beckering Vinckers ontvangt een brief van zijn oud-leerling J.F. Berk te Den Helder, waarin hij schrijft, dat hij inlichtingen kan verschaffen over het OLB en de familie Over de Linden.

1876 02 04 Brief van J.F. Berk aan J. Beckering Vinckers

1876 William R. Sandbach publiceert een vertaling van het OLB.

1877 03 08 J. Beckering Vickers ontmaskert het OLB als vals in ‘Wie heeft het OLB geschreven ? J. Beckering Vinckers verdenkt Cornelis over de Linden.

1877 04 05 J. Beckering Vinckers belooft Gerrit Jansen een gespreksverslag te sturen.

1877 04 Gerrit Jansen (Nieuwendiep), corrector van Cornelis over de Lindens nagelaten geschriften: De schrijver van Thet Oera-Linda Bok is niet Cornelis over de Linden.

1877 05 L.F. over de Linden, Beweerd maar niet bewezen, Leeuwarden, H. Kuipers, 1877. Hij beweert, dat zijn vader Cornelis over de Linden van 1848 tot 1867 op eigen kracht bezig is geweest om het OLB te vertalen.

1877 Gerrit Jansen bestrijdt dat Cornelis over Linden de auteur van het OLB was.

1877 J. Beckering Vinckers, Wie heeft het Oera Linda Boek geschreven (Kampen, 1877)

1877 L.F. over de Linden, Beweerd, maar niet bewezen (Leeuwarden, 1877). Aaavulling in 1912.

1878 In den 4den druk (1878) werden latijnsche vertalingen van enkele gedichten van Haverschmidt opgenomen, onder het pseudoniem Adrianus Arena Ictus vervaardigd door A. van Wessem (academievriend van Haverschmidt), in latere drukken werd dit aantal vermeerderd. F.L.A. de Jagher vertaalde het bundeltje onder den titel Sanglots et Sourires in het Fransch, Wilhelm Busch gaf van enkele een duitsche vertaling. Vooral in studentenkringen vonden de gedichten grooten bijval; enkelen zagen de waarde er van niet in en stonden vreemd tegenover den weemoedig-satirieken inhoud. Zoo b.v. een ongenoemd criticus in Los en Vast (1868), zoo J.E. Sachse in Nederland (1890). De eerste ontving van van Vloten (Levensbode III, 1868), de laatste van van Gorkum (Los en Vast, 1890) een afdoend antwoord. Een waardeerend artikel schreef Cornelis Veth in Europa 1909.

1879 J.G. Ottema (1804-1879) overlijdt.

1880 Overlijden van Eelco Verwijs (1830-1880) (50)

1882 Joost Hiddes Halbertsma, ‘It ewangeelje fen Matthewes.’ In: Van de Schelde tot de Weichsel. Deel 3: Friesland (1882)

1883 12 12 Geb. Cornelis over de Linden te Den Helder, kleinzoon van Cornelis over de Linden, hoofdinspecteur van Politie te Amsterdam, zoon van Cornelis Nicolaas Antoon over de Linden.

1894 Joost Hiddes Halbertsma, ‘Cats en de taal.’ In: Taal en Letteren. Jaargang 4 (1894)

1894 Joost Hiddes Halbertsma, ‘Het volk en de boeketaal.’ In: Taal en Letteren. Jaargang 4 (1894)

1894 Joost Hiddes Halbertsma, ‘Over ‘taalkundigen’.’ In: Taal en Letteren. Jaargang 4 (1894)

1894 Na Haverschmidt's dood werden uit zijn nalatenschap een tiental leerredenen uitgegeven onder den titel Uit geest en gemoed (Schiedam 1894). Vooral ook uit dezen bundel blijkt zijn warm hart, zijn fijn gevoel, zijn veelzijdige belangstelling. Ook zijn humor verloochent zich hier niet. Als predikant was hij zeer bemind; gemakkelijk was zijn taak te midden van orthodoxe ambtgenooten niet. Verder zijn van hem nog een aantal voordrachten bewaard, die niet zijn uitgegeven, terwijl hij nog eenige artikelen in verschillende tijdschriften schreef.

1894 Overlijden van Francois Haverschmidt (1835-1894) (ps. Piet Paaltjens) te Schiedam.

1895 05 22 Brief van oud kapitein luitenant ter zee W.M. Visser te Delft aan Leendert Floris over de Linden, zoon van Cornelis over de Linden in: brochure van L.F. over de Linden, Aanvulling van de Brochure Beweerd maar niet bewezen, 1912.

1895 De 4e druk der Rimen en Teltsjes van de Gebr. Halbertsma verschijnt te Deventer 1895.

1895 Joost Hiddes Halbertsma, ‘In hembdsmouwen.’ In: Taal en Letteren. Jaargang 5 (1895)

1896 04 04: NA 11.140 Na het overlijden van Willem Over de Linden vindt de scheiding van de goederen plaats. Pieter Bais, gehuwd met Aafje Over de Linden, komt in bezit van het huis, getaxeerd op ƒ 3.400,—. Westerstraat 60, Enkhuizen, Wijk: 3-18, Kadaster: 8276, Archief: 2004-08-09 (Edwin Lijnzaad)

1898 Over Eeltje een gedenkschrift van J. Hepkema, 1898.

1899 Robert Fruin (1823-1899) overlijdt.

1905 Foeke Buitenrust Hettema, ‘Twee FriezenDoor F. Buitenrust Hettema.’ In: Groot Nederland. Jaargang 3 (1905)

1912 Brochure van L.F. over de Linden, Aanvulling van de Brochure Beweerd maar niet bewezen (1877), Leeuwarden, 1912. Bevat: Brief van W.M. Visser aan Over de Linden.

1912 G. Kalff, ‘2. Het Proza. De Halbertsma's. Vosmaer. Geel.’ In: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 7 (1912)

1916 Johan Winkler (1840-1916) overlijdt.

1919 01 07 Overlijden van Leendert Floris over de Linden (1837-1919) , tweede zoon van Cornelis over de Linden.

1919 Herm. Hylkema schreef over een studie over Joost Halbertsma.

1927 Dr. M. de Jong Hzn, Het geheim van het Oera Linda Boek, Bolsward, 1927. Toont aan, dat E. Verwijs het OLB geschreven heeft.

1928 P.C.J.A. Boeles, De auteur van het Oera Linda Boek, De Vrije Fries, jarg. 1928.

1933 Overlijden van Hein Kofman (1853-1933), zoon van Cornelia Reuvens, dochter van Hendrik Reuvens, echtgenoot van Aafje over de Linden.

1933 Proefschrift van P.A. Jongsma over Dr. J. Halbertsma, 1933.

1933 Prof. Herman Wirth publiceert een verkorte vertaling van het OLB.

1938 10 18 Acte van overdracht, schenking van het manuscript van het OLB aan de Provinciale Bibliotheek te Leeuwarden.

1941 Publicatie van het OLB door J.F. Overwijn.

1946 Jan Alexander Beckering Vinckers (1868-1946) overlijdt.

1946 Proefschrift in 't Fries over Eeltje van G. Dijkstra, 1946.

1947 Christina Kroes-Ligtenberg en Jan Prins, ‘Bijlage I: verslagen van de lezingen in de maandelijkse vergaderingen(Behoort bij het Verslag van de Secretaris, afgedrukt op blz. 158)’ In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1947 (1947)

1949 E. Molenaar, Het Geheimzinnige Handschrift van de Familie Over de Linden (Bussum, 1949)

1951 Publicatie van het OLB door J.F. Overwijn (tweede druk).

1957 Jan Tjittes Piebenga, ‘VII. It folk oppenearret him’ In: Koarte skiednis fan de Fryske skriftekennisse (1957)

1972. Frans J. Los, Die Ura Linda Handschriften als Geschichtsquelle, Oostburg, 1972.

1977 Sjoerd van der Schaaf, ‘De bihearske romantyk I’ In: Skiednis fan de Fryske biweging (1977)

1977 Sjoerd van der Schaaf, ‘De bihearske romantyk II’ In: Skiednis fan de Fryske biweging (1977)

1979 A. Feitsma, ‘Keerpunten in de beoefening van het fries, vroeger en nu: tussen tijdgeest en eigen traditie A. Feitsma’ In: Forum der Letteren. Jaargang 1979 (1979)

1981 Herman Wirth (1885-1981) overlijdt.

1997 A. Feitsma, ‘Anthonia Feitsma Taalkundig reisplan voor een gezelschap Hollanders J.H. Halbertsma als taalideoloog en taalkundige’ In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 113 (1997)

1997 Klaes Dykstra en Bouke Oldenhof, ‘4. It Nijfryske tiidrek: de 19de ieu’ In: Lyts hânboek fan de Fryske literatuer (1997)