HELDERS BEDROG

Cornelis over de LInden

 

HELDERS BEDROG

 

In mei/juni 1867 kwam Cornelis over de Linden voor het eerst naar buiten met het manuscript van het Oera Linda Boek, dat hij naar eigen zeggen en bevestigd door zijn schoonzoon toen al bijna dan twintig jaar in bezit had.

 

Opmerkelijk is, dat Cornelis over de Linden onmiddellijk na het overlijden van Staderman (13 april 1867) met het bezit van het Oera Linda Boek en de Worp van Thabor naar buiten is getreden. Naar eigen zeggen zou hij het boek immers al 18 jaar in bezit hebben gehad, als erf- en familiestuk gekregen van zijn tante Aafje over de Linden, zuster van zijn vader. . Die was echter in 1848 overleden. Cornelis over de Linden heeft plotseling veel haast. In eerste instantie bespreekt hij de zaak tijdens een bezoek met het bevriende echtpaar de Harlingse huis- en rijtuigenschilder Hermanus Siderius (tot 1884 in Harlingen gevestigd), die hem verwijst naar het Harlingse schoolhoofd Frederik J. Jansen. Deze neemt in juni 1867 contact op met Dr. E. Verwijs, die hij kent als onderwijsinspecteur. Hij stuurt hem een afschrift. Verwijs reageert niet, waarop Cornelis over de Linden hem op 7 oktober 1867 zelf aanschrijft. Het duurt dan nog tot 21 november van dat jaar tot Verwijs Cornelis over de Linden in Den Helder bezoekt en het handschrift voor het eerst onder ogen krijgt (en niet op overtrekpapier).

 

Om de een of andere reden heeft Cornelis over de Linden zijn vriendschap en samenwerking met Ernst Stadermann geheim willen houden, hoewel zijn collega's bij de Rijkswerf te Den Helder daarvan op de hoogte waren. Cornelis over de Linden verzweeg zijn relatie met Stadermann niet alleen tegenover Dr. E. Verwijs en Dr. J.G. Ottema, maar ook in zijn testament voor zijn gelijknamige kleinzoon.

 

Een oud collega vertelt: ''Ernest Stadermann, die in 1843 als voorstrijder van een koppel vrijheidslievende Saksen zich verzette tegen de regering met woord en geschrift en wapenen, was boekbinder en boekrestaurateur van beroep. Hij moest de wijk nemen en kwam op een schoen en een slof, in Den Helder aan. Hij kreeg werk bij de marine en hij kon het goed vinden met Cornelis Over de Linden,zij werden vrienden en dan praten zonder eind. Nu zou dit niet zoveel betekenen, maar de boekbinder had niet weinig pijlen op zijn koker. Hij las de bijbel in de grondtalen en was in Den Helder tolk voor Europese talen. Hij had een grote hekel aan de kerken, priesters en de grote lieden. En er trilde in 1848 in Europa een revolutiekoorts door de leden. Een wervelwind van vrijheid waaide uit de boeken en uit de wereld de vrienden tegemoet.''

 

Later verhaalt de Heer Berk* nog van Ernest Stadermann: 'Deze vriend en buurman van Cornelis over de Linden was een zonderling en een merkwaardig man. Saks van geboorte, boekbinder van beroep; doch zulk een boekbinder dat Duitsche couranten van zijn tijd hem prezen. Hij had, volgens Duitsch gebruik, half Europa op zijn ambacht afgereisd, woonde te Erfurt en ook eenigen tijd te Bildburghausen (= Hildburghausen). In 1843 was hij het hoofd van een troep vrijheidlievende Saksers, die zich tegen het landsvaderlijk bestuur verzetten. Eerst met mond en pen, later met de wapens. Hij moest vluchten en kwam op een stroowisch in den Helder aandrijven. Door medelijdende buren ondersteund, vestigde hij zich als boekbinder, en had reeds in 't volgend jaar, door zijn prachtig werk, zijn bestaan zoodanig verzekerd, dat hij zijn vrouw en kinders liet overkomen. In 1845 werkte hij voor de Marine, en kwam zoo in aanraking met Cornelis over de Linden. Zij werden vrienden en bleven dat tot Ernest Stadermann's dood, in 1867, toe. Meest waren zij bij elkander in de jaren 1856, 57 en 58. Stadermann stond dan te werken en Cornelis over de Linden bij hem te praten. Ook zaten ze wel bij Stadermann aan huis in een kamer alleen. Dit zou zoveel niet beteekenen - maar Ernest Stadermann was hier beedigd translateur voor de Europesche talen; kende ook Latijn en Grieksch (hij las 't Nieuwe Testament in 't Grieks) ook was hij niet onbedreven in 't Hebreeuwsch, en niet onbekend als plantkundige. Iedereen gevoelt wat een man als Cornelis over de Linden aan een vriend als Ernest Stadermann moest hebben. Van hoeveel nut kon Stadermann zijn vriend Cornelis over de Linden op taal-, aardrijks- en geschiedkundig gebied, in 't verschaffen van papier etc. niet zijn !!!' Bron: Dhr. Berk in J. Beckering Vinckers, Wie heeft het Oera Linda Boek geschreven, Kampen 1877.

 

*L. van Berk, opzigter bij de magazijnen aan 's Rijks Werf te Willemsoord. Hij ondertekende een verklaring van L.F. over de Linden, dat het Oera Linda Boek in het bezit was van zijn vader Cornelis over de Linden. Zie brieven:

 

Dat de uitgeweken revolutionair Stadermann uit Erfurt (D) een grote invloed op Cornelis over de Linden had, is al eerder in de literatuur opgemerkt. Ook is Stadermann zelfs aangemerkt als schrijver van het Oera Linda Boek:

 

W.C.J. Jansen denkt aan E. Stadermann als betrokkene bij de totstandkoming van het Oera Linda Boek. De brief wordt op 25 maart 1916 gepubliceerd met een naschrift van de redactie.

 

Amsterdam 21 Maart 1916. Mijne Heren ! Nu telkens het Oera Linda boek in de Bladen ter sprake komt en men 't over den schrijver van dat wonderlijke boek niet eens is en allerhande gissingen worden gemaakt, geloof ik niet langer te mogen zwijgen. Van mijnen Oom, den heer Gerrit Jansen*, vroeger aan den Helder woonachtig die zich zeer voor 't Oera Linda boek interesseerde, heb ik voor diens dood vernomen dat de heer C. Over de Linden, scheepstimmermansbaas aan den helder, nimmer de schrijver van dat boek is geweest, maar de heer E. Stadermann, boekbinder en tolk aan den Helder. Deze persoon was hoogst ontwikkeld en zeer begaafd, had dezelfde ideeen als in 't bewuste boek zijn weergegeven. Deze Stadermann las en sprak behalve de Europeesche talen ook latijn, Grieksch en hebreeuwsch. De naam Oera Linda boek had even goed 'Stadermannabok' kunnen zijn en zou aan den inhoud niets veranderd hebben. De heer S. die om redenen van verzet tegen de Saksische regeering uit zijn land vluchtte, wilde zeker zijn eigen naam verzwijgen en is met den heer Over de Linden overeen gekomen, diens naam en voorouders voor zijn boek te bezigen. Hoogachtend, W.C.J. Jansen

 

* Gerrit Jansen, bij leven onderwijzer te Den Helder, was corrector van C.O.'s (nagelaten) geschriften.

 

Dat Cornelis over de Linden zelf de schrijver van het boek geweest zou zijn, werd door J.G. Ottema en door zijn eigen zoon L.F. over de Linden van de hand gewezen. Cornelis over de Linden beschikte niet over de eruditie of de talenkennis om zo'n boek te schrijven. Bovendien heeft hij meermaals aan Dr. E. Verwijs en Dr. J.G. Ottema aangegeven, dat hij de tekst niet begreep.

 

Curieus is, dat een kleinzoon van Ernst Stadermann, zelf ook uitgever, zich tot het Friesch Genootschap richtte met een brief, waarin hij aangeeft, dat de boekerij van Cornelis over de Linden, die na diens dood in Den Helder werd geveild, boeken bevatte uit de bibliotheek van zijn grootvader Ernst Stadermann:

 

Brief van Heinrich Adelbert Stadermann (kleinzoon) uit Baarn aan het Bestuur van het Friesch Genootschap inzake het Oera Linda Boek d.d. 27 maart 1916.

 

H.A. Stadermann, Uitgever, Baarn, Telefoon Nr. 84.

Baarn, 27 maart 1916

Het Bestuur van het Friesch Genootschap

Leeuwarden

 

Wel Edl. Heeren In het avondblad van het Algemeen Handelsblad komt op nieuw een artikel en een ontvangen schrijven voor betreffende Thet Oera Linda Bok en in dat artikel wordt mijn grootvader aangewezen als de schrijver van het bewuste boek. U begrijpt dat ik als kleinzoon zeer benieuwd ben naar den uitslag betreffende den inhoud van jet door U geopende kistje. Naar hetgeen ik zoo nu en dan betreffende mijn grootvader vernam zou het niet onmogelijk zijn, temeer daar hij een zeer mooie bibliothek gehad moet hebben, een verzamelaar van curtiociteiten was enz. Ik geloof dat de Bibliotheek die later verkocht zou worden en waar van gezegd werd dat zij van de Heer over de Linde was, inderdaad van hem was. Wanneer U blijkt dat hij de schrijver of wat ook van het boek is geweest en uw genootschap wenschte daarover iets in het licht te doen verschijnen en aan een bepaalde uitgever niet gebonden is, zou ik dienaangaande gaarne met U in relatie treden, aangezien ik alls kleinzoon van dien begaafden man, daar dan wel op gesteld ben. Ik zou omdat het boek zooveel bespoken is en zoo weinig bekend bij het tegenwoordige geslacht dan ook wel een nieuwe uitgave van het boek zelf willen uitgeven omdat een ieder er van gehoord heeft maar het niet kend. Een ex. van het boek is in mijn bezit. Mij voor uwe aangename berichten aanbevelende, verblijve Hoogachtend Uw. Dw. [handtekening].

 

Ronduit compromitterend is, dat de nalatenschap van Cornelis over de Linden blanco papier bevat van dezelfde papierkwaliteit en afmetingen als het papier van het Oera Linda Boek. Een deel van de bladen was bovendien voorgenummerd.

 

Ik veronderstel, dat de weduwe van Ernst Stadermann na de dood van haar man het manuscript en de daarop betrekking hebbende boeken en woordenboeken aan Cornelis over de Linden heeft teruggegeven. Die waren tenslotte diens eigendom of voor rekening van Cornelis over de Linden gekocht.

 

Stadermann en Zoon

 

Tolk- en vertaaldiensten voor de Rijkswerf in Den Helder waren niet de belangrijkste bron van inkomsten voor het gezin Stadermann. In Den Helder pakte Ernst Stadermann zijn beroep van binder en boekrestaurateur weer op, waarvoor hij boeken inkocht op de veilingen van Bom in Amsterdam. Hij startte een uitleenbibliotheek in Den Helder, die samen met zijn zoon tot een belangrijke onderneming uitgebreid werd met een uitgeverij, theaterreserveringen, een postagentschap en de inkoop van schoolboeken. Den Helder was te klein voor de ambities van zoon Heinrich Adelbert Stadermann. Na de dood van zijn vader Ernst Staderman opende hij boekhandels in Enkhuizen, Amsterdam en laatstelijk in Baarn, waar hij postkaarten met stadsgezichten ging produceren. Daarmee is hij bekend geworden.

 

Bedrog

 

Het Oera Linda Boek, zoals we dat kennen is ongetwijfeld een drukkersconcept gezien de doorhalingen, vlekken en aanwijzingen voor de loodzetter (o.a. de slangetjes). Van een schoonschrift is absoluut geen sprake. Ook de keuze voor goedkoop, machinaal vervaardigd papier wijst daarop. Voor het drukken van het boek moesten speciale tekens gesneden of gegoten worden. Vanwege de daaraan verbonden kosten is besloten om alleen de majusculen (hoofdletters) te gebruiken, hoewel in het boek zelf ook de minuscelen (kleine letters) worden weergegeven. Kennelijk is het de bedoeling geweest om het boek er uit te laten zien als een wiegedruk (incunabel) met een vast aantal van 32 regels per bladzijde en te drukken in twee kolommen. De halve regellengte leidde ertoe, dat er zeer veel afgebroken woorden waren, waarbij de afbreekstreepjes soms aan het einde van de regel, soms aan het begin, soms zowel aan het begin als aan het einde en soms helemaal niet geplaatst werden. De woorden werden in veel gevallen niet op lettergreep afgebroken, maar midden in het woord. Opmerkelijk is nog de afwijkende wijze van paginering 100-27 in plaats van 127. Ook dit lijkt op een instructie aan de loodzetter. Uiteraard zou op enig moment ook het originele document getoond moeten kunnen worden. Daarin is voorzien door de bladen te laten vergelen, vermoedelijk in een palingrokerij in Enkhuizen. Wanneer een blad ingescheurd wordt, ziet men dat die in het midden wit is en oppervlakkig vergeeld. Bovendien lijkt de emulsie op een vettige substantie, die van het roken van palingen afkomstig kan zijn. Hiernaar is nog geen onderzoek gedaan. Dr. G.J. Ottema dacht, dat de glans van het papier ontstaan was door wrijven met een puimsteen, maar daarmee sloeg hij de plank mis, omdat die techniek gebruikt wordt om perkament met een sterke vezelstructuur wat gladder te maken om er op te kunnen sschrijven. In het geval van het Oera Linda Boek werd zoals gezegd gewoon industrieel papier gebruikt. In het licht van het bovenstaande kunnen we ervan uitgaan, dat Stadermann en Zoon het boek in eigen beheer hebben willen uitgeven, maar dat het daar door het voortijdige overlijden van Ernst Stadermann niet van gekomen is. Dat Cornelis over de Linden de naam van Stadermann ongenoemd laat is wellicht om de herkomst van het Oera Linda Boek af te schermen, maar er kan ook sprake zijn geweest van een zakelijk meningsveschil tussen beiden, waardoor het boek zo lang op de plank is blijven liggen.

 

 

 

Literatuur

 

Briefwisseling betr. het Oera Lindaboek 1-2 Fred. Muller aan M.A.G. Campbell en onbek.; 3-8 P. Schmidt van Gelder aan Fred. Muller; 9 P. Schmidt van Gelder aan L.F. over de Linden; 10 Waling Dijkstra aan Fred. Muller; 11 A.M. Berg aan onbek. (Fred. Muller of P. Schmidt van Gelder [… op fiche staat : uit de jaren 1876-1877].12-14 Prof. E. Schröder aan Prof. Dr. J.W. Muller; 15 P.C.J.A. Boeles aan Prof. Dr. J.W. Muller; 16 H.A. Stadermann aan A. Heyting [uit de jaren 1917-1934]

 

De Schrijver van Het Oera Linda-Bôk is niet C. Over de Linden, door Gerrit Jansen. 1877 Nieuwe-diep, Berkhout en Co., 1877.

 

Jansen. W.C.J., - Brief van 21 Maart aan de Redactie over Thet Oera Linda Bok. Hij denkt aan E. Stadermann. Met naschrift van de redactie. - Alg. Handelsbl. 1916, 25 Maart.

 

Krogmann. Willy, - Ahnenerbe oder Falschung? Eine Klarstellung in Sachen der Ura Linda Chronik. - Berlin, dr Emil Ebering, (voorjaar) 1934, 30 pp. 8°. [Tegen Wirth; C. Over de Linden zal de auteur zijn, eventueel met hulp van E. Stadermann]

 

 

 

 

BIOGRAFIE EN GENEALOGIE VAN STADERMANN

 

In verband met het Oera Linda Boek wordt in de literatuur de naam van Ernst Stadermann (1795-1867) genoemd als helper van Cornelis over de Linden en ook zelfs als de vermoedelijke schrijver van het boek. Dat hij een belangrijke c.q. verdachte rol gespeeld heeft met betrekking tot het Oera Linda Boek kan worden afgeleid uit het feit, dat Cornelis over de Linden vrijwel direct na het overlijden van Ernst Staderman naar buiten kwam met het incomplete handschrift en de naam van Stadermann in zijn 'testament' voor zijn kleinzoon Cornelis over de Linden zorgvuldig vermijdt te noemen, terwijl L. van Berk (geb. 1805), een collega van zowel Stadermann als Over de Linden aangeeft, dat hun vriendschap tot zijn dood bleef bestaan. Kennelijk wilde Cornelis over de Linden zich van Ernst Stadermann ontdoen. Feit is, dat de zaak van het Oera Linda Boek met de komst van Ernst Stadermann naar Den Helder in 1843 een aanvang neemt. Twee jaar later vergezelt Stadermann Cornelis over de Linden en de heer de Munnik (aangetrouwd familielid van Over de Linden) naar Enkhuizen om een deel van de erfenis van de succesvolle boekhandelaar en uitgever Jan over de Linden op te eisen. Stadermann laat zijn oog vallen op een middeleeuws handschrift van Worp van Thabor over de geschiedenis van Friesland en een familiekroniekje over de Over de Lindens, maar die eerste reis was vergeefs. In 1848 had Cornelis over de Linden meer succes.

 

Wie was deze Ernst Stadermann ?

 

(Johann) Ernst Christian Stadermann wordt in het Burgerbuch der Stadt Erfurt vermeld als boekbinder te Erfurt, geboren op 19 augustus 1795* in Ohrdruf. Hij woonde volgens L. van Berk ook enige tijd in Hildburgshausen. Hij overleed op 69-jarige leeftijd op 13 april 1867 in Den Helder. Ernst Christian Stadermann was een zoon van August Stadermann Sr. uit Ohrdruf en broer van boekbinder August Stadermann Jr. (zie bijgaande advertentie). Ernst Christian Stadermann trouwde ca. 1835 met (Margaretha) Catharina Barth, geboren in 1801 in het naburige Hildburghausen, overleden op 68-jarige leeftijd op 19 februari 1869 in Den Helder. Ze was mogelijk een zuster van de bekende Duitse graveur Carl Barth, eveneens uit Hildburghausen.

 

*Het overlijdensregister van Den Helder geeft 1798 als geboortejaar. Op grond van zijn leeftijd bij overlijden (69) zou het geboortejaar 1798 moeten zijn.

 

Zie hierna het bevolkingsregister 1860-1880. van Den Helder

Ernst Stadermann

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1867-1867

Bevat: Overlijdensregister

Soort registratie: overlijdensakte

Aktenummer: 140

Overledene: Ernst Stadermann

Datum overlijden: 13-04-1867

 

Heden den vijftienden der maand April Achttienhonderd Zeven en Zestig, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den burgelijken stand der gemeente Helder, verschenen Heinrich Adelbert Stadermann van beroep Boekbinder oud drie en twintig jaren, wonende in deze gemeente, zoon van de na te noemen overledene, en Klaas Qreutz (?) van beroep kleermaker, oud zevenentwintig jaren, wonende in deze gemeente bekende van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den dertienden dezes des namiddags, ten half vijf ure, in het huis staande in Wijk C nummer 150 in den ouderdom van negenenzestig jaren is overleden Ernst Stadermann van beroep translateur geboren in Duitschland en wonende in deze gemeente, echtgenoot van Margaretha Catharina Barth, zonder beroep wonende alhier, zijnde de verdere relatien van de overledene bij de aangevers onbekend. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, welke na voorlezing door ons en de aangever is geteekend, de doorhaling van een woord goedgekeurd. Getekend H.A. Stadermann, A.G. Qreutz (?), De ambtenaar voornoemd (?).

 

Bron: http://www.regionaalarchiefalkmaar.nl/collecties/genealogie/aktes/weergave/akte/layout/default/id/bd1680a3-22a7-4016-8678-dc1427d53983

 

Heden den negentienden der maand February Achttienhonderd negen en zestig zijn voor ons onndergeteekende, Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Helder, verschenen Heinrich Adelbert Stadermann van beroep Boekbinder oud vijfentwintig jaren, wonende in deze gemeente, zoon van de na te noemen overledene, en Diederik Johannes Mos van beroep Winkelier oud vijfentwintig jaren wonende mede alhier, bekende van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den dag van heden des morgens te half vier ure, in het huis stande in wijk C nummer 150 in den ouderdom van acht en zestig jaren is overleden Catharina Barth van beroep zonder geboren te Hil[d]burghausen en wonende in deze gemeente, weduwe van Ernst Stadermann, dochter van Carel Barth, overleden, zijnde de naam der moeder van de overledene, bij de aangevers onbekend. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, welke na voorlezing door ons ende aangevers is geteekend. Getekend: H.A. Staderman, D.J. Mos. De ambtenaar voornoemd ?.

 

Bevolkingsregister Den Helder 1860-1880, Gezinsbladen, letter S, folio 1-207, inventarisnummer 2, inschrijving S196 (Regionaal Archief Alkmaar)

 

Gezin:

 

Stadermann, Johann Ernst Christian, m. Hoofd van het gezin, geb. 19 augustus 1795, Duitschland, translateur en Boekbinder, C nr. 150

 

Stadermann, geb. Barth, Catharina Margaretha, geb. 31 juli 1800 te Hil[d]burghausen (Duitschland)

 

kinderen:

 

1. Stadermann, Frederika Klara, geb. 17 oktober (november ?) 1836 te Erfurt (Duitschland)

 

2. Stadermann, Georg Friedrich Hermann, geb. 17 april 1842 te Erfurt (Duitschland)

 

3. Stadermann, Heinrich Adelbert, geb. 9 maart 1843 te Erfurt (Duitschland)

 

De familie Stadermann komt oorspronkelijk uit Ohrdruf (zie kaartje) en was werkzaam in de boekenbranche als uitgever, graveur of boekbinder. Ohrdruf is vanouds een belangrijke legerplaats, helaas in de Tweede Wereldoorlog een subkamp van Buchenwald met alle verschrikkingen van dien.

Zie: http://www.scrapbookpages.com/Ohrdruf/index.html. Schokkende beelden.

 

Zijn vrouw Catharina Barth kwam eveneens uit een boekenfamilie uit het naburige Hildburghausen (zie kaartje), waartoe ook de bekende graveur Carl Barth (1787-1853) behoorde, waarschijnlijk een oom van haar. Carl Barth's vader was goudsmit en graveur. Ernst Stadermann en Catharina Barth kregen drie kinderen: Catharina Frederika Clara (1836- na 1883), Georg Frierich Hermann Stadermann (1842-1867) en Heinrich Adalbert (1843-1906). In 1843 week Ernst Staderman uit naar Nederland, waar hij zich als boekbinder en boekrestaurateur vestigde. Vervolgens vond hij vanwege zijn talenkennis werk als vertaler op 's Rijks Werf (Marine) te Willemsoord (Den Helder). Daarop liet hij zijn vrouw en kinderen naar Nederland overkomen. Hij sloot er vriendschap met scheepstimmerman en later werfbaas Cornelis over de Linden, die niet alleen zijn collega, maar ook zijn buurman was.

 

In 1845 vergezelde Ernest Staderman zijn vriend Cornelis over de Linden en de heer Munnik op een tochtje naar Enkhuizen. Munnik was een aangetrouwd familielid. Vermoedelijk is Ernest Staderman toen mee gevraagd, omdat hij als boekbinder en boekrestaurateur verstand had van oude boeken. Ernest Staderman wordt er later van verdacht op de een of andere manier betrokken te zijn geweest bij de mystificatie van het Oera Linda Boek. Zie literatuur.

 

Brief van W. C. J. Jansen van 21 Maart 1916 aan de Redactie van het Algemeen Handelsblad d.d. 21 maart 1916.

 

Kinderen:

 

.1. Catharina Frederika Klara (ook: Catharina Frederike Clara), geb. 17 oktober (november ?) 1836 te Erfurt (Pruissen). Zij was koopvrouw. Hersteld Luthers. Ze trouwde op 16 februari 1863 (of 19 februari 1863) te Den Helder met: (1). Simon Johannesz. (Jansz.) van Riel (geb. 16 april 1835 om 23.00 uur te Den Helder – overl. 14 mei 1879 te Amsterdam, 44 jaar). Hij was zeeman. Hij was een zoon van Johannes (Jan) van Riel en Johanna (Jannetje) van den Berg. Aangegeven door Jan van Riel, vader, van beroep timmerman, oud 30 jaren, wonende aan den Helder. In tegenwoordigheid van Pieter van Rijn, van beroep timmerman, oud 33 jaren, wonende aan den Helder en Gerrit Buisman, van beroep scheepstimmerman, oud 33 jaren, wonende aan den Helder. Ze kregen drie dochters:

 

1.1.1. Catharina (c. 1863). Catharina trouwde op 22 december 1886 te Den Helder met Jan Frederik Smit, geb. c. 1862 te Den Helder, zoon van Leendert Smit en Aaltje Katz. Hij was koetsier.

 

1.1.2. Johanna (geb. 1868, overleden 10 mei 1893, 25-jaar oud)

 

en

 

1.1.3. Augusta (geb. c. 1870 te Den Helder) trouwde op 3 juli 1895 met zijn broer Cornelis Smit, geb. c. 1870 te Den Helder. Ook hij was koetsier.

 

(2). Na diens overlijden hertrouwde ze op 46-jarige leeftijd op 11 oktober 1883 te Den Helder met zijn jongere broer Gerardus Johannesz. (Jansz.) van Riel (geb. 1838). (44 jaar), van beroep zeeman.

 

Catharine Friederike Clara Stadermann

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1863-1863

Bevat: Huwelijksregister

Soort registratie: huwelijksakte

Aktenummer: 17

Datum huwelijk: 19-02-1863

Bruidegom: Simon van Riel

Bruid: Catharine Friederike Clara Stadermann

 

1.2. Georg Friedrich Hermann Stadermann (1842-1867), geboren op 17 april 1842 in Erfurt, overleden 12 oktober 1867 (25) in Bloemendaal (psychiatrisch ziekenhuis), zoon van Ernst Stadermann en Catharina Barth.

 

Georg Friedrich Hermann Stadermann

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1867-1867

Bevat: Overlijdensregister

Soort registratie: overlijdensakte

Aktenummer: 477

Overledene: Georg Friedrich Hermann Stadermann

Datum overlijden: 12-10-1867

 

1.3. Heinrich Adalbert Stadermann I (1843-1906), geb. 9 maart 1843 te Erfurt (Pruissen), overleden te Baarn 8 december 1906 (63 jaar), begr. te Baarn op 8.12.1906, van beroep boekhandelaar en uitgever, zoon van Ernst Stadermann en Catharina Barth, op 24 september 1868 (25 jaar) te Den Helder gehuwd met Elizabeth Alida Vroom, geb. op 24 februari 1849 om 23.30 uur te Den Helder, overl. 10 januari 1910 te Baarn (60 jaar), begr. te Baarn, Oude algemene begraafplaats 13.1.1910, eerste kind van Cornelis Vroom en Martje Goffe Smits (ook aangeduid als Martje Martens). Haar jongere broer Goffe werd op 13 november 1850 te Den Helder geboren om 6.30 uur. Ze had nog een jongere zus Alida Elisabeth, geb. c. 1853 te Den Helder.

 

Heinrich Adelbert Stadermann werd op 3 augustus 1880 tot Nederlander genationaliseerd (37 jaar) [Afb.].

In 1894 en 1895 wordt hij genoemd als uitgever in Enkhuizen.

 

Publicaties:

 

Tolstoi, Leo N. (graaf), De Kreutzer-sonate. Een verhaal over de zinnelijke liefde, voor en tijdens het huwelijk (krejcerova sonata, 1889), Enkhuizen, H.A. Stadermann, 1894, 1895, 80p.

 

In 1895 wordt hij genoemd als uitgever in Amsterdam, waar hij een boek- en kantoorboekhandel heeft aan de Galerij 18, tel. Z3178.

 

Publicaties:

 

Leo N. Tolstoi (graaf), De verleiding naar het leven geschetst, Amsterdam, Firma H. A. Stadermann, uitgever, 1895, 58p.

 

Volgens een advertentie in Het nieuws van den Dag nr. 9410 d.d. 18 september 1900 is het adres van de uitgeverij Mauritsstraat 6 in Amsterdam.

 

*Bericht in De Tijd van zaterdag 21 augustus 1880 betreffende de naturalisatie van H.A. Stadermann op 3 augustus 1880.

 

Heinrich Adelbert Stadermann

 

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1868-1868

Bevat: Huwelijksregister

Soort registratie: huwelijksakte

Aktenummer: 127

Datum huwelijk: 24-09-1868

Bruidegom: Heinrich Adelbert Stadermann

Bruid: Elisabeth Alida Vroom

 

*Overlijdensregisters Baarn 8 december 1906, toegangsnr. 463, inventarisnr. 384, overlijdensakte 93, aangiftedatum 8.12.1906 betreft H.A. Stadermann.

Toegangnr: 463

Inventarisnr: 384

Gemeente: Baarn

Soort akte: Overlijdensakte

Aktenummer: 93

Aangiftedatum: 08-12-1906

overledene

Naam: Heinrich Adelbert Stadermann

Geslacht: M

Overlijdensdatum: 08-12-1906

Leeftijd: 63

Overlijdensplaats: Baarn

vader

Naam: Ernst Stadermann

moeder

Naam: Catharina Barth

partner

Naam: Elizabeth Alida Vroom

Relatie: echtgenoot van

 

Zijn schoonvader Cornelis Vroom, geb. 3 januari 1825 te Den Helder was een zoon van Jacob Vroom en Elisabeth (Bettje) Kramer. Hij was zeilmaker. Zijn geboorte op 3 januari 1825 te Den Helder om 2.00 uur ’s nachts was aangegeven door: Jacob Vroom, vader, van beroep sjouwerman, wonende aan den Helder. In tegenwoordigheid van Matthijs van Es, van beroep kuipersknecht, oud 24 jaren, wonende aan den Helder en Jan van der Hoek, van beroep sjouwerman, oud 43 jaren, wonende aan den Helder, ovl. voor 1863, maximaal 38 jaar. Cornelis Vroom trouwde met de Friezin Martje Martens, geb. 8 november 1823 te Leeuwarden. Zij was winkelierster. Het was haar eerste huwelijk. Ze hertrouwde met Didericus Johannes Mos en daarna met Lodewijk Vermeulen.

 

Kinderen:

 

1.3.1. Heinrich Adelbert Stadermann II (1870-), geboren 10 januari 1870 om 04.30u, zoon van Heinrich Adelbert Stadermann I, geboren in 1843 in Erfurth (Pruisen) en Elisabeth Alida Vroom, geboren 1849 in Den Helder.

Heinrich Adelbert Stadermann II trouwde op 28 jarige leeftijd op 3 november 1898 te Baarn met Johanna Christina Limperg (25 jaar), geb. 1873 te Medemblik. Zij was een dochter van Georg Limperg ( -1885) en Margaretha Johanna Schroeder. Georg Limperg overleed op 20 juli 1885 op 38-jarige leeftijd te Baarn. Hij was een zoon van Georg Heinrich Ludwig Limperg en Christina van Leijen. Heinrich Adelbert II correspondeerde in de jaren 1917-1934 met A. Heyting. In 1915 vinden we hem als bekend uitgever van ansichtkaarten in Baarn, waar hij zijn bedrijf had op het adres Amaliaslaan 197, tel. 84. Op 27 maar 1916 richt hij zich in een brief tot het Bestuur van het Friesch Genootschap met het verzoek om hem in aanmerking te laten komen voor een publicatie van het Oera Linda Boek (zie hierna).

 

Heinrich Adelbert Stadermann

 

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1870-1870

Bevat: Geboorteregister

Soort registratie: geboorteakte

Aktenummer: 10

Kind: Heinrich Adelbert Stadermann

Datum geboorte: 10-01-1870

kind:

 

1.3.1.1 George Stadermann, geboren op 5 augustus 1899 te Baarn, zoon van Heinrich Adelbert Stadermann II en Johanna Christina Limpberg.

 

1.3.2 Martje Elisabeth Stadermann (1874-1874), geboren op 22 februari 1874 om 05.00u te Den Helder, overleden 6 oktober 1874 (7 maanden) te Den Helder.

Martje Elisabeth Stadermann

 

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1874-1874

Bevat: Geboorteregister

Soort registratie: geboorteakte

Aktenummer: 134

Kind: Martje Elisabeth Stadermann

Datum geboorte: 22-02-1874

 

Martje Elisabeth Stadermann

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1874-1874

Bevat: Overlijdensregister

Soort registratie: overlijdensakte

Aktenummer: 332

Overledene: Martje Elisabeth Stadermann

Datum overlijden: 06-10-1874

 

1.3.3.Cornelis Stadermann (1876-1917), geboren op 24 mei 1876 om 10.30u te Den Helder - overleden op 15 september 1917 te Groningen, zoon van Heirich Adelbert Stadermann I en Elisabeth Alida Vroom, kleinzoon van Ernst Stadermann en Catharina Barth. Op 11.12.1902 trouwde hij te Amsterdam met Wilhelmina Maria Brunn, geboren ca. 1880 te Amsterdam, dochter van Abraham Johannes Brunn, geb. 1855 (smid) en Wilhelmina Maria Kuijper, geb. 1855. Hij was predikant.

 

Cornelis Stadermann

 

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1876-1876

Bevat: Geboorteregister

Soort registratie: geboorteakte

Aktenummer: 407

Kind: Cornelis Stadermann

Datum geboorte: 24-05-1876

 

Tekst

Datum 11-12-1902 Pagina H|Ams|||reg.44;fol.19v|1902-12-11|Sta|

Bron: 74

Titel Genlias

Auteur Publicatie http://www.genlias.nl

Notitie

Tekst

Notitie 1440587567 Gemeente = Amsterdam

Aktenummer = reg.17;fol.7v

Datum = 11-12-1902

Archief locatie = Noord-Hollands Archief

Akte = Huwelijksakte

 

Bruidegom = Cornelis Stadermann

Geboorteplaats bruidegom = Helder

Beroep bruidegom = predikant

Bruid = Wilhelmina Maria Brunn

Geboorteplaats bruid = Amsterdam

Vader bruidegom = Heinrich Adelbert Stadermann

Beroep vader bruidegom = boekhandelaar

Moeder bruidegom = Elisabeth Alida Vroom

Vader bruid = Abraham Johannes Brunn

Beroep vader bruid = smid

Moeder bruid = Wilhelmina Maria Kuijper

Nadere informatie = beroep Bg.:predikant;beroep vader Bg.:boekhandelaar;beroep vader Bd.:smid

 

1.3.4. Martinus Lodewijk Stadermann (1880 - ), geboren op 1 februari 1880 om 11.00u, ongehuwd, zoon van Heinrich Adelbert Stadermann I en Elisabeth Alida Vroom. Hij woonde in Helmond. Het Nieuws van de Dag van dinsdag 3 februari 1880 meldt de geboorte van een niet met naam genoemde zoon: 'Voorspoedig bevallen van een welgeschapen zoon, E.A. Stadermann-Vroom'.

 

Martinus Lodewijk Stadermann

 

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1880-1880

Bevat: Geboorteregister

Soort registratie: geboorteakte

Aktenummer: 71

Kind: Martinus Lodewijk Stadermann

Datum geboorte: 01-02-1880

 

1.3.5 Jan Coenraad Stadermann (1880-1884), geboren op 17 december 1883 om 07.00u te Den Helder, overleden op 18 maart 1884 te Den Helder (3 maanden) , zoon van Heinrich Adelbert Stadermann I en Elisabeth Alida Vroom, kleinzoon van Ernst Stadermann en Catharina Barth.

 

Jan Coenraad Stadermann

 

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1883-1883

Bevat: Geboorteregister

Soort registratie: geboorteakte

Aktenummer: 682

Kind: Jan Coenraad Stadermann

Datum geboorte: 07-12-188

 

Jan Coenraad Stadermann

 

Plaats: Den Helder

Bron: Burgerlijke Standregister

Periode: 1884-1884

Bevat: Overlijdensregister

Soort registratie: overlijdensakte

Aktenummer: 095

Overledene: Jan Coenraad Stadermann

Datum overlijden: 17-03-1884

 

*In 1836 werd hij als getuige in de zaak Weidig gevangen genomen. Gezien zijn jeugdige leeftijd en een pleidooi van zijn vader kwam hij na korte tijd vrij. Hij sloot zich daarna met nog meer overtuiging aan bij een extremistische groepering, die de regering desnoods met geweld ten val wilde brengen, vergelijkbaar met de groep van Andreas Baader en Ulrike Meinhoff. In 1843 vluchtte hij het land uit.

 

Zie: Schulz, Wilhelm und Karl Welcker, Geheime Inquisition, Censur und Kabinetsjustiz im verderblichen Bunde. Schlußverhandlung mit vielen neuen Aktenstücken über den Prozeß Weidig. XLII, 482 S. Guter Leinenbd d. Z. (Rücken leicht verblichen) mit Rückentitel und Filetenvergoldung. Karlsruhe, G. Braun, 1845. - Erste Ausgabe dieser umfangreichen Darstellung des 'Falles Weidig', gegenüber der Schilderung des skandalösen Geheimprozesses von 1843 (durch W. Schulz allein) wesentlich erweitert. Der Pfarrer Ludwig Weidig aus dem hessischen Obergleen war eine der zentralen Figuren unter den hessischen Revolutionären. Weidig war es, der unter größten Gefahren zahlreiche Flugschriften und vor allem den "Hessischen Landboten" herstellte und verbreitete. Die Manuskripte, die Georg Büchner schrieb, wurden von Weidig überarbeitet. Er schätzte zwar die klare und hinreißende Sprache Büchners, kannte aber seine Bauern gut genug, um dessen Texte in der Sprache etwas zu mildern und durch Bibelsprüche angereichert erst für die hessischen Bauern wirkungsvoll zu machen. Am 21. April 1835 wurde der Gießener Student Gustav Clemm bei der Verbreitung des "Hessichen Landboten" verhaftet. Dessen Geständnis führte auch zur Festsetzung Weidigs. Nach Darmstadt transportiert, wurde er dort von dem Hofgerichtsrat Georgi, den Weidig schon aus früheren Verfahren unliebsam kannte, unter entwürdigenden und brutalen Methoden vernommen und eingekerkert. Das Ende des schikanösen Prozesses erlebte Weidig nicht mehr; jeglicher Rechtsmittel beraubt nahm er sich am 23. Februar 1837 völlig verzweifelt das Leben. Die Schrift enthält zahlreiche neue Informationen und Aktenstücke, Literaturübersicht über den Fall einschließlich der Entstehungsgeschichte der Schrift "Weidig's Tod", Theorien über den Hochverrat unter der Herrschaft der Zensur, politische Untersuchungen und politische Gefangene, Mißhandlungen Weidigs u.v.a.m. Ab S. 219 folgen Dokumente und Beilagen. – Teils stockfleckig. Äußerst selten! – Stammhammer I 231. Friedlaender 35.[Bookseller: Antiquariat Wolfgang Braecklein]. Pag. 329.